Uitkeringsfraude straf / gevolgen
Op deze pagina vindt u informatie over de gevolgen en straffen van uitkeringsfraude. Als u uitkeringsfraude heeft gepleegd, zijn hier consequenties aan verbonden. Deze consequenties kunnen zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk zijn. De uitkeringsfraude of bijstandsfraude kan geconstateerd worden door de SVB (Sociale Verzekeringsbank), DWI (Dienst Werk en Inkomen van de gemeente) of UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen). De uitkeringsfraude straf kan flink oplopen, in een tabel onderaan dit artikel zijn de straffen weergegeven.
Bestuursrechtelijke consequenties uitkeringsfraude
Om een uitkering te kunnen krijgen, moet u aan veel voorwaarden voldoen. Zo hangt de hoogte van uw uitkering af van verschillende omstandigheden. Bijvoorbeeld of u alleenstaand of gehuwd/samenwonend bent. Daarnaast komt u pas in aanmerking voor een uitkering vanaf de leeftijd van 21 jaar. Wanneer uw situatie verandert en u deze verandering niet doorgeeft, dan voldoet u niet aan de zogenaamde ‘informatieplicht’. U kunt dan worden verdacht van bijstandsfraude of uitkeringsfraude. De hoogte van uw uitkering wordt immers bepaald op basis van uw persoonlijk en financiële situatie.
U overtreedt de informatieplicht wanneer u bijvoorbeeld nalaat om aan het UWV door te geven dat u bijverdiend, terwijl u nog wel een WW-uitkering ontvangt. U overtreedt ook de informatieplicht als u bent gaan samenwonen terwijl u een uitkering voor een alleenstaande ontvangt. Het overtreden van de informatieplicht wordt beschouwd als fraude.
Uitkeringsfraude straf: boetes
Het frauderen met uitkeringen wordt in Nederland hard aangepakt. Om deze reden staan er fikse boetes als straf op uitkeringsfraude. De hoogte van de boete is afhankelijk van de hoogte van het gefraudeerde bedrag. De UWV, SVB en gemeenten vorderen in elk geval het gehele bedrag terug dat onterecht is ontvangen. Daarnaast wordt met boetepercentages gewerkt. In de regel wordt er 50% van het gefraudeerde bedrag als boete opgelegd als uitkeringsfraude straf. Als er sprake is van verminderde verwijtbaarheid, dan wordt er een boete van 25% van het gefraudeerde bedrag opgelegd. Wanneer er sprake is van grove schuld en u de fraude extra kan worden verweten, kan zelfs een boete van 75% van het onterecht ontvangen bedrag volgen. De hoogst mogelijke boete bedraagt 100% van het gefraudeerde bedrag en kan enkel worden opgelegd als er sprake is geweest van ‘opzet’.
Let op! Als blijkt dat u binnen vijf jaar voor de tweede keer in de fout bent gegaan, kan de boete oplopen tot wel 150% van het gefraudeerde bedrag.
Strafrechtelijke consequenties uitkeringsfraude
Het bestuursrecht en het strafrecht overlappen elkaar soms. Dit kan ook het geval zijn bij fraude. Zoals wij al eerder naar voren brachten kan een boete worden opgelegd. Soms kan er echter ook aangifte tegen u worden gedaan. Het plegen van fraude kan immers een strafbaar feit zijn. Of er aangifte wordt gedaan, hangt af van de hoogte van het gefraudeerde bedrag. Het Openbaar Ministerie beslist vervolgens of u zult worden vervolgd voor fraude. In dat geval ontvangt u een strafbeschikking of een dagvaarding. In dat laatste geval wordt u gedagvaard bij de politierechter.
Of er een aangifte en/of vervolging zal plaatsvinden is afhankelijk van het geleden nadeel. Als het fraudebedrag lager is dan € 50.000,00 geldt volgens de richtlijn van het Openbaar Ministerie als uitgangspunt dat er geen strafvervolging plaatsvindt, tenzij van één van de volgende omstandigheden sprake is;
- de fraude is gepaard gegaan met andere strafbare feiten;
- de verdachte heeft een bijzondere status en/of voorbeeldfunctie;
- er heeft een tweede of meerdere herhaling van de overtreding plaatsgevonden binnen een periode van vijf jaar;
- een boete kan niet worden opgelegd of worden geïncasseerd;
- de fraude is gepleegd met medewerking of medeweten van (een) werknemer(s) van de uitkerende instantie;
- de fraude is gepleegd in georganiseerd verband door meer dan twee personen.
Voor een vervolging voor fraude kunnen verschillende strafbaarstellingen uit het Wetboek van Strafrecht worden gebruikt, waaronder valsheid in geschrifte en oplichting. De uitkeringsfraude straf bij (opzettelijk) fraude kan oplopen tot 6 jaar gevangenisstraf of een geldboete van € 82.000. Het Openbaar Ministerie hanteert uitgangspunten bij het formuleren van een strafeis. Bij uitkeringsfraude straf gelden de volgende uitgangspunten als het gaat om sociale zekerheidsfraude, (zie Richtlijn voor strafvordering sociale zekerheidsfraude, geldig vanaf 2016).
Let op: dit is slechts een richtlijn. Hiervan kan worden afgeweken.
Richtlijnen formuleren uitkeringsfraude straf
In het hierna volgende schema worden de straffen afgekort.
- TS betekent ‘taakstraf’
- GB betekent ‘geldboete’
- GS betekent ‘gevangenisstraf’
Nadeel (ondergrens) in € | Strafbeschikking | Dagvaarding/eis ter zitting |
10.000 | TS 110 uur of
GB 100% schadebedrag |
Idem |
12.000 | TS 120 uur of
GB 100% schadebedrag |
Idem |
15.000 | TS 130 uur of
GB 100% schadebedrag |
Idem |
18.000 | TS 140 uur of
GB 100% schadebedrag |
Idem |
21.000 | TS 150 uur of
GB 100% schadebedrag |
Idem |
24.000 | TS 160 uur of
GB 100% schadebedrag |
Idem |
27.000 | TS 170 uur of
GB 100% schadebedrag |
Idem |
30.000 | TS 180 uur of
GB 100% schadebedrag |
Idem |
35.000 | GB 100% schadebedrag | TS 190 uur of GS 13 weken of
een combinatie van TS en GS |
40.000 | GB 100% schadebedrag | TS 200 uur of GS 14 weken of
een combinatie van TS en GS |
45.000 | GB 100% schadebedrag | TS 220 uur of GS 15 weken of
een combinatie van TS en GS |
50.000 | GB 100% schadebedrag | TS 230 uur of GS 16 weken of
een combinatie van TS en GS |
55.000 | GB 100% schadebedrag | GS 17 weken |
60.000 | GB 100% schadebedrag | GS 4 maanden |
70.000 | GB 100% schadebedrag | GS 5 maanden |
80.000 | GB 100% schadebedrag tot maximaal € 82.000,– | GS 6 maanden |
90.000 | GS 7 maanden | |
100.000 | GS 8 maanden | |
110.000 | GS 9 maanden | |
120.000 | GS 10 maanden | |
130.000 | GS 11 maanden | |
150.000 | GS 12 maanden | |
170.000 | GS 13 maanden | |
190.000 | GS 14 maanden | |
210.000 | GS 15 maanden |
Ik word verdacht van uitkeringsfraude. Wat nu?
Een verdenking van fraude brengt een hoop problemen met zich mee. Hieronder krijgt u voor elk probleem een uitleg en een oplossing aangeboden:
Probleem met de gemeente – Dienst Werk en Inkomen
- Door de gemeente verdacht van fraude
- Bijstandsuitkering en samenwonen niet doorgegeven
- Bijstandsuitkering en bijverdienen niet doorgegeven
- Opgeroepen voor verhoor door de gemeente
- Onderzoek door de gemeente
- Teveel uitkering ontvangen
- In bezwaar tegen een besluit van de gemeente
- In beroep tegen een besluit van de gemeente
- Bezwaar/beroep bij de gemeente duurt te lang
Probleem met de Sociale Verzekeringsbank (SVB)
- Verdacht van fraude door de SVB
- SVB doet onderzoek
- Door de SVB opgeroepen voor verhoor
- In bezwaar tegen een besluit van de SVB
- In beroep tegen een beslissing van de SVB
- Bezwaar/beroep bij de SVB duurt te lang
- Teveel uitkering of pensioen ontvangen van de SVB
- AOW-uitkering en samenwonen niet doorgegeven
- ANW-uitkering of nabestaandenuitkering en samenwonen niet doorgegeven
Probleem met het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV)
- Door het UWV verdacht van fraude
- Door het UWV opgeroepen voor verhoor
- Onderzoek door UWV en handhaving
- In bezwaar tegen de beslissing van het UWV
- In beroep tegen de beslissing van het UWV
- Beroep/bezwaar tegen het besluit van het UWV duurt te lang
Kosten voor een advocaat
De kosten voor een advocaat worden voor vrijwel alle zaken die op deze website staan genoemd, vergoed door de Raad voor Rechtsbijstand. De Raad geeft na het indienen van een aanvraag door uw advocaat een toevoeging af. Dat betekent dat de kosten van een advocaat vrijwel volledig door de overheid worden betaald en u alleen een lage eigen bijdrage bent verschuldigd. De laagste eigen bijdrage is 143 euro. Dit wordt ook wel eens pro deo rechtsbijstand genoemd.
Heeft u een uitkering? Dan kunt u bij de gemeente een aanvraag bijzondere bijstand indienen en verzoeken om ook de eigen bijdrage te vergoeden. In dat geval kost een advocaat u niets!
Bovenstaande is wel afhankelijk van uw inkomen en vermogen. U vindt hierover meer informatie op de website van de Raad voor Rechtsbijstand. Uiteraard kunt u ook vrijblijvend contact opnemen met ons kantoor op 035-3038110 of het contactformulier invullen. Wij kunnen u vertellen wat u voor een procedure kwijt bent, zodat u nooit voor verrassingen komt te staan.